Niet alleen
kunnen zijn
Gedragsproblemen bij honden als ze alleen zijn
Niet alleen kunnen zijn is wellicht wel een van de meest voorkomende problemen sinds de maatregelen voor COVID-19 in 2022 versoepeld werden. Werken buitenshuis is weer eenvoudiger en ook ons sociaal leven kan weer worden opgepakt. Dit alles betekent echter wel dat honden die voorheen nooit of zelden alleen waren, ineens meer alleen moeten zijn. Soms komt dit omdat je als eigenaar gewoon geen keus had, omdat je werkgever van je verwacht dat je “gewoon” weer meerdere dagen op kantoor bent.
Maar het kan ook dat je niet voldoende de tijd hebt genomen om het alleen zijn van je hond op te bouwen, omdat de noodzaak er niet was. Daarnaast zijn er nog vele andere oorzaken mogelijk waarom je hond het moeilijk vindt om alleen te zijn. Het is goed om je te realiseren dat het voor je hond een serieuze aantasting van zijn welzijn is en het belangrijk is dat er aan gewerkt wordt.
Signaleren van probleem
Indien er op tijd wordt gezien dat het gedrag dat de hond laat zien als oorzaak heeft dat hij niet goed alleen kan zijn, dan kun je als eigenaar er mee aan de slag en kan erger worden voorkomen. Soms is het ook best lastig om te zien dat je hond het moeilijk vindt. Daarom in dit artikel wat meer informatie over de verschillende uitingen van gedrag die een aanwijzing (kunnen) zijn dat je hond het moeilijk vindt om alleen te zijn.
De drie meest voorkomende signalen die een hond kan laten zien waardoor er moet worden gedacht aan problemen met alleen zijn of verlatingsangst:
1) Vocaliseren
Dit is de meest duidelijke vorm en deze zorgt er ook vaak voor dat jij als eigenaar snel in de gaten hebt dat je hond niet alleen kan zijn. Je hoort dit dan wellicht van de buren of je merkt zelf als je thuiskomt en/of weggaat dat je hond blaft, huilt of jankt. Evolutionair gezien is het heel logisch dat een hond dit gedrag inzet. Het is een mechanisme dat is ontstaan om jonge dieren te beschermen tegen gevaar en om ouderdieren snel hun jongen te laten zoeken als ze te ver weg zijn van een omgeving die ze beschermt tegen vijanden. Dit is simpelweg een erfelijke eigenschap met als doel het overleven van een soort. Het is dus niet zoals soms wel wordt gedacht, fout of ongehoorzaam gedrag van de hond. De hond of pup gebruikt dit middel omdat hij zich niet veilig voelt. Aan jou dus de taak om te zorgen dat dit verandert. We horen soms nog dat wordt aangeraden om een anti-blafband te gebruiken indien een hond blaft of jankt. Met bovenstaande in gedachte, is het niet heel erg wenselijk om dit te doen. Pijn of schrik gebruiken om blafgedrag te verminderen is zeer schadelijk voor de hond. Het gedrag wordt dan wellicht onderdrukt, maar de emotie van angst en zich niet veilig voelen verandert niet, wat uiteindelijk meestal resulteert in een van de andere uitingen van niet alleen kunnen zijn of zelfs in agressie.
2) Vernielzucht
Honden die moeilijk alleen kunnen zijn zoeken een manier om zichzelf te kalmeren en/of proberen een uitweg te vinden om hun eigenaar te kunnen volgen. Meestal richt deze vernielzucht zich op allerlei voorwerpen en objecten bij de deur waardoor de eigenaar is vertrokken. Denk aan de deurmat, deurkozijnen die worden kaalgevreten, de deur waaraan zodanig wordt gekrabd dat de pootjes er van gaan bloeden en alles wat er in de buurt ligt of staat kan er aan moeten geloven. Kauwen en bijten werkt voor de hond ook nog eens kalmerend, waardoor dit gedrag vaak langere tijd in stand blijft en het soms niet meteen duidelijk is dat je hond bang is en probeert door de deur te komen. Indien dit gedrag dan wordt bestempeld als ondeugend of opzettelijk stout en je hond daarvoor gestraft wordt, meestal ook ruim nadat hij het gedrag heeft uitgevoerd, wordt het cirkeltje steeds moeilijker te doorbreken. En ook hier geldt weer dat bestraffen van dit gedrag niet eerlijk is naar je hond toe omdat deze niet begrijpt waarvoor hij gestraft wordt. Zeker in het geval van ruim na facto van de daad straffen zorgt voor angst en in dit geval ook nog een beschadiging van de relatie tussen jou en je hond.
3) Onzindelijkheid
Het derde signaal dat een hond moeilijk alleen kan zijn is onzindelijkheid en dit kan alleen urine zijn, maar ook ontlasting. Onzindelijkheid is een van de signalen die aangeven dat de angst om alleen te zijn echt heel groot is, want geen enkel dier laat zomaar zijn plas of poep lopen als het niet echt nodig is. Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen de honden die heel kort na het alleen blijven al onzindelijkheid laten zien en de honden die dit pas doen na bijvoorbeeld 6-8 uur alleen zijn. Bij de laatste groep is de kans groot dat ze het gewoon niet meer kunnen ophouden en wellicht wel “gewoon” alleen kunnen blijven. De discussie even daargelaten of het prettig is voor welke hond dan ook om langer dan 6 uur alleen te blijven.
Lijden in stilte
Daarnaast is er helaas ook een groep honden die lijdt in stilte en in zichzelf gekeerd blijft als de eigenaar weg is, maar net zoveel angst ondervindt als de honden die vocaliseren, vernielen of onzindelijk zijn. Deze honden hebben simpelweg een andere coping strategie en die is voor ons mensen een stuk fijner, maar voor de hond zelf zeker niet. We zien dan ook vaak bij deze honden dat ze na langere tijd andere symptomen krijgen die duiden op hoge stress en lager welzijn. Dit varieert van vaak ziek zijn door een slechter immuunsysteem als gevolg van de stress tot angstig en/of agressief gedrag naar de eigenaar toe.
Hoe kun je als eigenaar dan toch aanwijzingen krijgen dat jouw hond niet graag alleen is?
Hoewel alle honden anders zijn en iedere hond ander gedrag zal laten zien, zijn er zeker wel een aantal signalen die een indicatie zijn voor moeilijk alleen kunnen zijn.
- aan je “vastplakken” als je je klaarmaakt om weg te gaan (jas aan, tas pakken, sleutels pakken etc.);
- overdreven en langdurig (meer dan 1 minuut) blij en druk bij thuiskomst;
- obsessief gedrag zoals continu rondlopen als je hond denkt dat je weggaat;
- hijgen terwijl daar geen aanleiding voor is als je hond denkt dat je weggaat;
- natte plekken op zijn vacht of vloer (of tapijt) waar je hond repeterend heeft gelikt;
- voer of lekkers dat was gegeven bij het weggaan is niet opgegeten.
Omdat dit gedrag voor jou vaak niet persé als onprettig of opvallend wordt ervaren, is het begrijpelijk dat je de noodzaak er minder van ziet om hier iets mee te doen. Maar voor de hond is die noodzaak er dus wel! En hoe eerder je deze signalen oppikt en ermee aan de slag gaat, hoe groter de kans dat het probleem niet groter wordt en eindigt in een hond die niet eens meer korte tijd alleen kan zijn.
Meten is weten
Hoe het probleem nu aan te pakken? Een van de belangrijkste onderdelen van een therapie inzetten is het via video monitoren van de tijd dat de hond alleen is. Dan is zichtbaar wat er precies gebeurt als de hond alleen is. Het is niet voldoende om de buren te vragen of de hond stil is als hij alleen is. Dit zegt namelijk niks over de rest van zijn gedrag. Hij kan best stil zijn en de hele tijd onrustig heen en weer lopen, hijgen, of zichzelf likken of bijten. Daarom is het maken van een video-opname altijd nodig voor een goed beeld van het probleem en naderhand voor de monitoring tijdens de therapie.
Diagnose
Naast het verkrijgen van een duidelijke video-opname van het gedrag op enig startpunt, is het vaststellen van een goede diagnose heel belangrijk voor het aanpakken van het probleem. Er zijn meerdere redenen waarom een hond niet alleen kan blijven. Dit kan zijn doordat het simpelweg niet is aangeleerd, zoals nu vaak voorkomt door corona, maar het kan ook door een trauma komen. Denk hierbij aan een hond die alleen was tijdens een onweersbui en hier erg van is geschrokken. Te weinig fysieke en mentale uitdaging of tekort aan basisopvoeding zijn ook mogelijke redenen. En zo zijn er nog meer oorzaken die een NVGH gedragstherapeut met je kan onderzoeken zodat de juiste therapie kan worden ingezet.
Therapie
Voor het begeleiden van een hond die niet alleen kan zijn is een goed begrip van de achterliggende oorzaak van de specifieke hond nodig. Er moet op basis van een uitgebreide anamnese een diagnose worden gesteld zodat een passende therapie kan worden opgesteld. Een veelvoorkomend probleem dat tegelijk voorkomt met het niet alleen kunnen zijn is geluidsangst en/of een andere angststoornis. Indien dit niet wordt meegenomen in de diagnose kan het goed zijn dat een therapie niet aanslaat omdat het andere probleem niet is onderkend en dat de therapie in de weg staat.
Medicatie ter ondersteuning
Wanneer de angst van je hond echt zo hoog is dat hij niet kan leren en alleen maar in paniek raakt, dan is het inzetten van gedragsmedicatie zeer helpend om hem meer bereikbaar te maken en de kans op het slagen van de therapie te vergroten. De medicatie is zeker geen quick fix of wondermiddel en training blijft noodzakelijk, maar het kan wel ondersteunend heel veel bijdragen. Het inzetten hiervan gebeurt altijd in overleg met jouw eigen dierenarts.
Dit artikel zal duidelijk maken dat het geen eenvoudig probleem is om op te lossen, maar dat het wel degelijk haalbaar is. De toename aan honden die niet alleen kunnen zijn is logischerwijs te wijten aan het weer meer buitenshuis moeten werken, maar zeker ook aan meer mogelijkheden in het sociale leven van de eigenaars. Dat je hond hier niet altijd in mee kan gaan is een normaal gegeven. Daarom is het van belang om hem te laten wennen in kleine stappen aan het alleen zijn en niet te verwachten dat hij van vrijwel nooit alleen ineens een hele dag alleen kan blijven.
Korte periodes van alleen zijn opbouwen, waarbij je hond nog comfortabel is en niet onrustig wordt of een van de indicaties geeft die in dit artikel genoemd staan, geven het meest optimale resultaat. Oppas, uitlaatservices en de hond meenemen als hij anders te lang thuis moet blijven zijn de meest praktische managementoplossingen totdat hij geleerd heeft om een aantal uur alleen te blijven. Voor een hond is meer dan 4 uur alleen zijn al een behoorlijke opgave, waarbij we 6 uur echt als maximaal zien en bij voorkeur niet dagelijks. Honden zijn niet gemaakt om alleen te zijn, ze voelen zich veilig en gelukkig als ze deel mogen uit maken van het gezin. Als die basis stabiel en goed bevestigd is, kan een hond gemakkelijk die 4 uur alleen en ontspannen zijn, dus het is echt de moeite waard om hier tijd en energie in te steken. Dat voorkomen in dit geval duidelijk beter en eenvoudiger is dan genezen ligt voor de hand. En op tijd signaleren dat er een probleem is helpt hier aan mee!
Dit artikel is geschreven door Daniëlle Hermans